....Vandaag verteld, om
morgen te herinneren.
De IJssel ligt te blinken in de zomerzon als we er ’s
middags met de trein over denderen richting Wezep. Een bijzondere etappe, omdat
we terug lopend van Wezep naar Hattem en dan naar Zwolle, “de IJssel overgaan”. Een etappe met een
verhaal; eigenlijk de voorloper van het verhaal van station Amersfoort over het
ei en de sinaasappel:
Onze opa was samen met dokter van Everdingen uit Bilthoven
gemobiliseerd geweest voor de oorlog. Gezond en wel keerden beiden mannen terug
naar hun gezinnen en naar hun werk, toen Duitsland eenmaal ons land had bezet.
Beide mannen hielden contact met elkaar gedurende die oorlogsjaren. Onze opa had een boerderij in Oost Groningen.
Ondanks dat gaandeweg de oorlogsjaren er grote eskaders bommenwerpers en jagers
over de boerderij trokken richting Bremen en Hamburg, en er soms fel gevochten
werd in het luchtruim, was het leven op de boerderij in Oost Groningen zo
slecht nog niet. Onze moeder, de oudste dochter van het gezin, kreeg er drie
broertjes bij in de oorlog. Het gezin had eigenlijk nergens gebrek aan. Hoe
anders waren de berichten uit Bilthoven. Er was gebrek aan van alles, de honger
sloeg toe. Dokter van Everdingen liet zijn dienstmaat in Groningen weten, hoe
slecht de situatie was, en dat hij zorgen had om zijn beide jongens Pim en Rob,
15 en 12 jaar oud. Mijn opa liet onmiddellijk weten: “Laat de beide jongens
naar ons komen!” Dat bericht moet Bilthoven hebben bereikt, want op een goede
dag in augustus 1944 stond de 15-jarige Pim met een vriendje op het erf bij
onze opa en oma. Fietsend hadden de jongens de tocht ondernomen, en een maand
later gingen ze – goed gevoed - beiden met de fietstassen vol terug naar Bilthoven.
Pim kreeg de boodschap mee: “Kom zo snel mogelijk terug met je broertje Rob.” Wat moet dat geweest zijn voor dat gezin in
Bilthoven, om je beide kinderen van 15 en 12 jaar te laten gaan door
oorlogsgebied, omdat de winter er aan komt en je niet weet of je dat wel zult
overleven?
Pim en Rob zijn op weg gegaan in oktober. De brug over de
IJssel was een barricade, zwaar bewaakt door de Duitsers. De beide jongens
liepen de brug op, maar werden halverwege terug gestuurd omdat er geschoten
werd. Binnen de kortste keren was iedereen in dekking. De jongens, die hun kans
schoon zagen, besloten om niet terug te keren naar de Hattemer kant, maar door
te lopen naar Zwolle. Op de oever
aangekomen, doken ze snel de eerste zijstraat in. Ze hadden het gehaald!
Toen de jongens dagen later op de boerderij in Groningen
aankwamen, maakte dit verhaal grote indruk op mijn moeder. Het verhaal is ons
weer door verteld, spannend….en gelukkig was het allemaal goed afgelopen. De
jongens zijn – nadat ze de eerste dagen doodziek waren van spanning en ontberingen
-, helemaal opgeknapt. In juni 1945
konden ze terug keren naar hun ouders. In augustus gingen mijn moeder en haar
vader een tegenbezoek afleggen; 2 kippen gingen mee “omdat Pim en Rob de eieren
zo graag lusten”.
Er is altijd een band gebleven tussen de beide families.
Pim – later geëmigreerd naar de Verenigde Staten – schrijft jaren
later aan onze moeder: “Ik denk vaak aan die tijd terug, aan de liefde en zorg die
we van jullie allemaal kregen. Na al die jaren kan ik nog steeds je vader en
moeder zien, en de boerderij waar we zo’n fantastische tijd hadden.”
Vandaag staan wij er voor: de IJsselbrug. We hebben al een
mooie wandeling gehad vanaf Wezep over landgoed Molencate, met het mooie
waterrad; door het prachtige stadje Hattem, langs de IJsseldijk. We zeggen
tegen elkaar dat we allebei emotie voelen, we pakken elkaar hand vast. We lopen
de massieve brug op. Die kinderen van toen….al die mensen, die hier gestrand
zijn op hun vlucht. Zoals die trein vol Duitse Joden, die geïnterneerd waren in
Kamp Westerbork, en in mei 1940 nog een poging wilden doen om een schip naar
Engeland te nemen. De IJssel bleek voor hen een onoverkomelijke barricade…..een
paar jaar later maakten ze weer een treinreis: ze reisden met de eerste trein
uit Kamp Westerbork, die naar Auschwitz vertrok.
Stil lopen we de brug over. Ik denk aan de vluchtelingen in
de wereld; aan degenen, die het net wel halen, en aan degenen, die het niet
halen. Mensen – moeders, vaders en kinderen, opa’s en oma’s – mensen met dromen
en talenten, die de veilige oever niet bereikt hebben.
Midden op de brug leggen we een steentje uit Auschwitz.
Een verhaal van toen, vandaag verteld om morgen te
herinneren.
![]() |
| De Wezeperheide en het waterrad op landgoed Molencate |
![]() |
| Het Katerveer bij Zwolle |



Geen opmerkingen:
Een reactie posten