Het ei.
Mijn naam is Nelleke, geboren 18 augustus 1934.
Op verzoek van mijn
dochters Jo Anne en Hennie mag ik een bijdrage schrijven aan hun "Wandeling".
Want: “Mam,
vandaag zijn we van Baarn naar Amersfoort gewandeld. Wil jij nog
eens het verhaal van het ei op station Amersfoort vertellen?”
Als meisje van 11 jaar, ging ik in de zomer van 1945 met mijn vader naar fam. Van Everdingen in Bilthoven. Mijn vader en Van Everdingen
waren dienstkameraden en waren samen, tot de oorlog uitbrak,
gemobiliseerd geweest. Toen in 1944 in West-Nederland de honger
toesloeg, vroeg van Everdingen aan mijn vader of zijn beide zoons Pim
en Rob wel bij ons in Groningen op de boerderij mochten komen. En zo
kwamen vanaf oktober 1944 Pim en Rob, 2 tieners, bij ons logeren. In
juni 1945 konden ze goed doorvoed weer terug keren naar huis.
In de zomer van 1945
bereikte ons het verzoek uit Bilthoven: “Kom snel een keer naar ons
toe! En zou je wel 2 kippen voor ons mee willen nemen? Pim en Rob
vinden die eieren van jullie kippen zo lekker. Neem je dochter
Nelleke maar mee, dan mag ze wel een paar weken bij ons logeren. “
Zo gezegd, zo
gedaan. Mijn vader en ik en twee kippen in een stevige kartonnen doos
ondernamen de reis naar Bilthoven.
Het was een hele
belevenis voor mij: met de trein van Stadskanaal naar Assen, en toen
verder over de IJssel naar Utrecht. We moesten overstappen op
station Amersfoort. We stonden naast de zijgevel van het oude
stationsgebouw toen er een kip in de doos begon te kakelen. Ze had
een ei gelegd!
Mijn vader pakte het
ei uit de doos en een meneer vroeg: “Mag ik alstublieft het ei van
u? Ik heb een sinaasappel om te ruilen.” De ruil vond plaats en ik
kreeg de sinaasappel. Ik had geloof ik nog nooit een sinaasappel in
het echt gezien en wilde het, net als een appel, met de schil en al
opeten.
Station Amersfoort:
Dit is mijn herinnering aan jou.
Station Amersfoort:
wat zijn jouw herinneringen?
Voor de duizenden –
weggevoerd naar de kampen, kreunend van de pijn, strompelend over de
perrons – wil ik besluiten met dit gedicht van Leo Vroman:
Kom vanavond met
verhalen
Hoe de oorlog is
verdwenen
En herhaal ze
honderd malen
Alle malen zal ik
wenen.
Nelleke
Zondagmorgen 10 november, 8.50 uur.
De regen druppelt gestadig neer, als wij de auto parkeren bij Kamp Amersfoort. Hier zullen we vanmiddag ook weer eindigen. Het is doodstil in het bos, op een enkele jogger na, als wij onze eerste kilometer lopen.
Wachtend bij de bushalte krijg ik een prachtig cadeautje van Henny: een speldje van het symbool van het Westerborkpad. Henny heeft er zelf ook één. Ik prik hem op mijn tas, ben er blij mee.
De bus, keurig op tijd, brengt ons naar het Centraal Station, alwaar we ons "Ei-moment" hebben. Hier heeft onze moeder ruim 68 jaar geleden ook gestaan, starend naar die vreemde oranje vrucht, geruild voor een ei.
Wachtend bij de bushalte krijg ik een prachtig cadeautje van Henny: een speldje van het symbool van het Westerborkpad. Henny heeft er zelf ook één. Ik prik hem op mijn tas, ben er blij mee.
De bus, keurig op tijd, brengt ons naar het Centraal Station, alwaar we ons "Ei-moment" hebben. Hier heeft onze moeder ruim 68 jaar geleden ook gestaan, starend naar die vreemde oranje vrucht, geruild voor een ei.
Kopje koffie bij de Starbucks, en daarna met de trein naar Baarn. Ik heb de paraplu meegenomen, maar onderweg naar Baarn breekt een waterig zonnetje door, die gedurende de dag dapper blijft schijnen.
Al snel hebben we Baarn achter ons gelaten en ontvouwt zich voor ons een Hollands landschap. Groene weilanden met schapen, sloten, een enkele boerderij, een slingerend weggetje, het spoor -waarover we zonet reisden-, in de verte de skyline van Amersfoort.
Een valpartij.
En dan gebeurt het: Ik bots achterop Henny en kwak languit op het asfalt (met steentjes erin!). De knieën en handen geschaafd, de vingers van de rechterhand achterover gebogen.
Pijn!!! Even bijkomen maar. Henny en een paar toegesnelde wandelaars kunnen al snel - gelukkig - constateren dat het mens nog steeds praatjes heeft. Kreun - kreun - voorzichtig overeind. De benen doen het nog tenminste. Het lukt zelfs om een paar stappen te zetten....en nog een paar.....en ja hoor, het gaat! De tocht wordt vervolgd. De knie en de hand bloeden een beetje, de hand wordt dik, maar gelukkig hoef je niet met je handen lopen!
( de volgende morgen is de hand ERG dik....huisarts vindt het beter om toch even een foto te laten maken....nee, niet gebroken, wel flink gekneusd....in de loop van de week herstelt het allemaal weer).
De 58-jarige botten hebben de kreuktest goed doorstaan :-))!
Terug in Amersfoort.
Aan de Soesterweg in Amersfoort bevindt zich de Joodse begraafplaats. De sleutel kunnen we halen bij de bewoonster van een huisje, dat er nog net zo bijstaat als 60 jaar geleden ("Ik ben al de vierde generatie van mijn familie, die deze begraafplaats beheert").
Midden in de stad bevindt zich deze dodenakker, waar ook nu nog Joden worden begraven. Achter aan de begraafplaats bevindt zich het monument voor 55 onbekende Joodse slachtoffers van Kamp Amersfoort.
Hun lichamen zijn afkomstig uit een massagraf.
Wij leggen bij het monument een steentje neer uit Auschwitz, steken een kaarsje aan met de tekst eraan uit Yad Vashem, Jeruzalem:
“Now
and forever in memory of those,
who rebelled in
the camps and ghettos,
fought in the
woods, in the underground
and - with the
allied forces -
who braved their
way to Eretz Israel
and those who
died
sanctifying the
name of God”.
Kamp Amersfoort
Na 10 kilometer zijn we terug bij Station Amersfoort. We lopen verder door een prachtig herfstbos tot we Kamp Amersfoort weer bereiken. Dit was de route die de gevangenen op weg naar het Kamp hebben afgelegd. Tussen 1941 en 1945 hebben 35.000 gevangenen in dit kamp vernedering, honger, mishandeling doorstaan. Joden, zij kregen de zwaarste commando's, geen medische zorg en geen Rode Kruispakketten. Verzetsstrijders, waarvan er honderden zijn geëxecuteerd in het kamp. Russische krijgsgevangenen, die voor hun dood de gruwelijkste mishandelingen ondergingen.
Langs de wanden van het centrum zijn vitrines opgesteld met gevonden voorwerpen uit het Kamp: een lepel, geduldig omgewerkt tot een zaagje, waarmee een gevangene ontsnapt is uit de cel en de bossen in kon vluchten. Een verroeste revolver. Koffertjes.
En dan de briefjes....




Wat een bijzonder verhaal van je moeder over dat ei!
BeantwoordenVerwijderen