zaterdag 30 november 2013

Een adventsverhaal - door Henny

Moeder Maria en het kindje.
Daar lag ze….op een aanhanger. Naar de stort.
Stoffig, met lijm geplakt, misvormd door schade, stil en afgedankt.

Met haar kindje in de armen. Vastgeklemd. Nooit loslaten: Moeder Maria.
Ze is één van de dingen die niet meegaan met de verhuizing, maar ik weet dat haar eigenaar haar echt met liefde in huis heeft gehad. Ze heeft er vast veel troost gebracht toen er zoveel verdriet in dat huis was. Er wordt een nieuwe start gemaakt en ik heb er begrip voor dat het beeld –ze ziet er echt niet meer uit,hoor - nu niet mee kan, maar haar troost gaat vast mee in het hart van de verhuizer. Daar ben ik van overtuigd.

Ze lijkt me verdrietig aan te kijken met haar devote blik.
Ach arme wicht, zeg ik zachtjes, is er alweer geen plek voor jou in de herberg? Het voelt een beetje alsof ik haar negeer als ik haar zou laten liggen. Waardeloos. Gelukkig heb ik al flink wat post weggewerkt waardoor er ruimte is in m’n fietstas. Ze gaat met me mee: We hobbelen samen over de klinkerstraat – kapot is ze toch al – maar gelukkig vind ik als ik thuis ben niet nog meer schilfers onder in de tas. En zet haar in de garage: wat ik er mee ga doen weet ik nog niet…

Ruim een jaar later staat ze er nog. Ze staat soms een beetje in de weg maar ik gooi haar niet weg.

Een collega zegt tegen mij: “Wat heb je daar een mooi beeld staan. Dat mag ik wel zeggen hè, als katholiek?”
- "Natuurlijk mag je dat zeggen", zeg ik, "ik heb haar gevonden en gered van de stort!"
“Wat doe je er mee?”
- "Geen idee nog eigenlijk."
“Zou ik het van je mogen hebben als je er afscheid van kunt nemen?”
- "Ja hoor, als zich dat voordoet denk ik aan je. Gekregen is geven dus dan geef ik haar aan jou."

Een paar maanden later. Sms-jes:
- "Dag, ik heb je al een tijdje niet gezien. Jammer, daarom stuur ik je een sms-je. Het beeld van moeder Maria en haar kindje staan nog steeds in de garage. En dat vind ik jammer, maar kan ’t niet weggooien. Jij zei dat je het graag wilde hebben. Het enige dat ik je vraag is dat jij een kleine donatie geeft aan het doel waar ik voor wandel, namelijk voor Open Doors. Dat is een organisatie die uit Christelijk oogpunt mensen ondersteunt die om geloofsovertuiging worden verdrukt en vervolgd. Dat lijkt mij een fijne gedachte. Denk er maar over na en laat me je antwoord weten t.z.t. Dag hoor."

Antwoord: "Ja, jammer inderdaad. Ik ben blijkbaar even niet nodig in jullie postgebied. Goed plan en ik geef graag voor jouw goede doel. Mail maar even de info. Bye."

- "Oké. Ik mail je. Fijn! Moeder Maria staat al ’n tijdje dus ze zal ’t nog wel even volhouden denk ik."

Antwoord: "Jawel. Ik zal vast t.z.t. weer een loopje hebben bij je en anders piep ik even langs op doorreis een keer."

- "Is goed hoor. Ik pas goed op haar en ’t kindje."

Mijn mail met als bijlage de link van onze wandeltocht wordt beantwoord met:
"Wat mooi, geweldig initiatief! Ja, daar geef ik graag voor. Ik maak wat over. Doei."

Met gepaste eerbied was ik haar fragiele gestalte. Haar mantel en haar eenvoudige jurkje. Haar snoetje poets ik en ze krijgt weer een kleur. Heel voorzichtig badder ik haar kindje. Lekker fris met lavendel! Verbeeld ik me dat nou? Ze straalt!

En zo komt Maria goed terecht. En door haar de eerste donatie voor mijn doel. Ik ben dankbaar!
Wat zal dat licht wandelen de volgende keer…..


1 opmerking:

  1. een verhaal vol ontroering: krijg er kippenvel van - zó mooi - zó mooi geschreven ook, door hennie! dankjewel, hennie, voor het delen! een greep uit het ECHTE leven<3

    BeantwoordenVerwijderen